De Brittenburg is al eeuwen één van de grootste mysteries van de Romeinse archeologie in Nederland. Ondergestoven door zand is het na de Romeinse tijd uit het zicht verdwenen en door de terugtrekkende kust in zee komen te liggen.
Bij Zwammerdam heeft een Romeins castellum gelegen met de naam Nigrum Pullum. Bij opgravingen in de periode 1968-1971 kwamen muurresten van een stenen fort uit de 2de en 3de eeuw aan het licht.
Op twee plaatsen in het centrum van Bodegraven zijn sporen gevonden van een Romeins houten castellum, een fort voor hulptroepen: in de Willemstraat en aan de Oud-Bodegraafseweg.
In Valkenburg heeft een Romeins castellum (fort) gelegen met de naam Praetorium Agrippinae. Het fort lag op de plaats van het huidige centrum.
Tussen de wijken Roomburg en Meerburg in Leiden heeft een Romeins castellum gestaan met de naam Matilo. Deze naam is bekend van een kopie van een 4de- of 5de-eeuwse Romeinse wegenkaart, de Peutingerkaart (Tabula Peutingeriana).
Ceuclum, het hedendaagse Cuijk, was een Romeinse nederzetting in de provincie Neder-Germanië (Germania Inferior). Ceuclum staat vermeld op de Peutinger kaart (Tabula Peutingeriana) tussen Blariacum ((Hout-)Blerick) en Noviomagi (Nijmegen)
De vondst van het fort bij Ockenburgh op het Vakantiepark Kijkduin is het belangrijkste bewijs dat dit verdedigingssysteem langs de kust heeft bestaan. Het fort bij Ockenburgh is hooguit 30 jaar in gebruik geweest vanaf ongeveer 150 Na.Chr.